kaart1.jpg

‘Anna van Suchtelen presenteert een film die haar tocht langs plekken waar dingen gebeurden op een bijzondere manier verbeeldt. Ze gaat terug-uit; als een kreeft die vijanden misleidt.’

Sonar, Ans van Berkum, Beeldenmagazine #4, 2018

 

‘Anna van Suchtelen heeft het begrip ‘geest van een plek’ onderzocht. In de expositie ‘Genius Loci‘ bij Dapiran Art Project Space in Utrecht heeft ze dat onderzoek visueel vorm gegeven. Visualiseren heeft het gevaar in zich dat het kwesties definitief maakt. Eenpuntig. De kunstenaar is niet in die val getrapt. Er is geen antwoord. De zeefdrukken, voorgedragen tekst en video’s roepen vooral vragen op. Of verwondering. Die zekere onzekerheid lijkt de expositie te dragen.

Genius Loci bij Dapiran Art Project Space, Paul Voors, Kunst blijft een raadsel, 10 november 2017

 

‘Wat ik ook zo fijn vind aan dit werk, en dat is ook een belangrijk criterium voor mij wanneer ik werk voor het UMC selecteer: ik wil dat het beeld in zichzelf zeggingskracht heeft en ook esthetische kwaliteit heeft, naast uiteraard inhoudelijkheid en gelaagdheid. Ook wanneer de kijker de gelaagdheid niet helemaal zou doorzien, spreekt dit werk voor zichzelf. Het boeit, het is poëtisch, sensitief, het weet te raken en iets over te brengen en het is ook nog eens zeer aantrekkelijk om naar te kijken.’

Opening Genius loci, Jona van Zetten, hoofd kunstzaken UMC, 28 oktober 2017

‘There are plenty of good reasons to be your own date for “Sweet Gongs Vibrating”. No one will know that you were sniffing the vial of grassy fragrance used in Brian Goeltzenleuchter and Anna van Suchtelen’s “Let’s call it grass” like a crazed bloodhound.’

Yes, you can touch the art, Karla Peterson, The San Diego-Tribune, April 1, 2016

‘Anna van Suchtelen benadert in een tweeluik grote (menselijke) thema’s als vergankelijkheid en wedijver op een zachte, poëtische manier. Tegen een monochrome achtergrond verschijnen zeepbellen die even makkelijk weer verdwijnen, begeleid door een intieme vrouwelijke stem die een Frans liedje neuriet en zingt.’

La Condition Humaine, Paul Voors, Kunst blijft een raadsel, 3 juli 2015

 

‘Anna van Suchtelen verkent de mentale ruimte en heeft zich verdiept in de geschiedenis van het pand. Bouwkundige aspecten, de verschillende functies en bewoners, de straat en omgeving bieden haar aanknooppunten voor een proces van associëren en verbeelden. Haar film-drieluik 0° zoomt in op de viswinkel die ooit in het pand was gevestigd. Het ijs vormt vervolgens het vertrekpunt voor een poëtisch werk, waarin je meegenomen wordt in een associatieve beelden- en woordenstroom. (…) Geïnspireerd op haar onderzoek creëerde Van Suchtelen nieuwe teksten die ze hardop voordraagt. Het zijn verrassende, poëtische en soms humorvolle observaties.’

Achter de spiegel, Carolien de Boer, LUCY, 15 maart 2015

 

‘Anna van Suchtelen spreekt zeer tot de verbeelding met haar prachtig beschreven en onderbouwde installatie “Our Airs Conspire”. Historisch onderzoek naar de Vrede van Utrecht in 1713, aspecten van taal en muziek, mindfulness en ademhaling, lucht en water, alle vloeien samen tot een lied over de vrede. De zorgvuldig gekozen elementen, materialen en culturen beloven tezamen tot een helende gebeurtenis van grote schoonheid te gaan leiden.’

juryrapport K.F. Hein Kunststipendium 2012

 

‘Anna van Suchtelen weet haar grote interesse in de mens, de taal en de geschiedenis, visueel vorm te geven in werken, die tot directe beleving uitnodigen. Ze doet onderzoek naar de zintuigen, het geheugen en de tijd en verdiept zich op bijzondere wijze in de locaties waarop zij actief is. Tekst en verhalen spelen een cruciale rol in haar installaties, audio, films, sculpturen, zeefdrukken en publicaties. In het spanningsveld tussen het persoonlijke en het algemene, experimenteert zij met geluid, beeld en inhoud om het bestaan te ontrafelen.’

juryrapport Kunstliefdeprijs 2012

 

‘If I were drowning I would want someone to throw me this DVD!’

When to Throw a Painting to a Drowning Man, Alexander Jarman, San Diego Museum of Art, 2012

 

‘One might think that creativity is a luxury; not a core to life’s serious accomplishments. This film shows how a little creativity can serve as the life preserver when ons is drowning in ‘serious work’. When to Throw a Painting to a Drowning Man exemplifies how creativity informs problem solving, critical thinking, networking, and team building to generate a clear vision and out-of-the-box solutions.’

When to Throw a Painting to a Drowning Man, Norman D. Rosenblum M.D., F.R.C.P.(C), University of Toronto; Anita R. Small M.Sc., Ed.D., Canadian Cultural Society of the Deaf, 2012

 

‘Educational learning processes acknowledge a hidden curriculum: the unstated lessons that are transmitted in parallel to the formal curriculum. The importance of recognizing the impact of the hidden and formal curriculum is truly integrated in this outstanding visual depiction.’

When to Throw a Painting to a Drowning Man, Janet P. Hafler Ed.D. Yale School of Medicine, 2012

 

‘The combination of real naturalia and the curved glass objects in the semi dark exhibition cabinets in the museum makes walking through the installation an interesting experience. One can’t help wandering off to long gone times when looking at the organic and delicate but vivid shell shaped objects. For a biologist as I am, these mysterious curves unlock associations with historical heroes like Hubrecht, but also do to the age of the great explorers like Von Humboldt and not to forget Darwin. And if I listen very carefully I can hear their soft voices whisper in my ear: Go, Enjoy, Explore!’

Soft Voices and Mysterious Curves, Bart Grob, Museum Boerhaave blog, 1 oktober 2009

 

‘Kunstenares Anna van Suchtelen dompelde zich onder in het levensverhaal van de professor, zijn huis en zijn verzamelwoede. Dat resulteerde in een nieuwe serie glasmodellen. Het zijn ‘luisterglazen’, vormen die doen denken aan antieke gehoorapparaten of oorschelpen die eindigen in de draaiingen van een slakkenhuis.’

Slakkenhuizen van glas vangen klank uit verleden, Silvan Schoonhoven, Leidsch Dagblad, 7 oktober 2009

 

‘In een wonderkamer laat Van Suchtelen de glasmodellen oplichten als kwallen en koralen op de bodem van een onderwaterwereld, met geluidsopnamen in hoeken en gaten en filmprojecties op de muren.’

Soft Voices, Celesta Lente, Lucasx #2-2009

 

‘De kunstenares ontwierp een nieuw glasmodel, met het werk van de Blaschka’s in herinnering. Ze staan in De Paddestoel op drie tafels die van onderen worden aangestraald met licht; een spectaculair beeld. Peter Elsevier Stokmans van Stichting Kunstsporen: “Fraai ontwerp, getoond in een prachtig historisch pand, met de wetenschappelijke link naar het ongelooflijk knappe werk van de Blaschka’s. Deze expositie brengt het verleden naar het heden.”’

Glasmodellen in beeld, Charles Sanders, De Telegraaf, 13 juni 2009

 

‘Verhalen verzamelen, dat is wat Anna van Suchtelen doet. Oerverhalen over het verstrijken van de tijd, het geheugen en herinneringen. (…) Schrijven is volgens haar het synchroniseren van tijd, waarbij de ene associatie de andere oproept en tijdsgrenzen wegvallen. Van Suchtelen ontwikkelde zich van een schilder tot een kunstenaar die multimediale installaties creëert, waarbij ze gebruik maakt van onder meer film, stof, grafiek en glas. Het medium film is betrekkelijk nieuw voor haar. In haar werk gaat ze steeds verder de diepte in en komt dichter tot de kern. De overtollige ballast – van de dikke verflagen – heeft ze van zich afgegooid en het gekozen materiaal wordt steeds lichter en transparanter. Zelfs letterlijk: doe het licht aan en het filmbeeld is verdwenen.’

De Kas 2 Anna van Suchtelen: Het verglijden van de tijd, Karen Duking, uit: De Kas/Lusthof Utrecht 2004-2008, uitgave CBKU, 2009

 

‘Gravend naar het verleden nam Van Suchtelen ook bodemmonsters in de tuin. Die stalt ze uit in het tijdelijke atelier. Het beeld van de zijdecocons vertaalt ze in witte ballonnen. Daar zitten persoonlijke teksten in, van mensen die De Kas bezoeken. Ze worden onderdeel van de film die Anna van Suchtelen maakt. Tenslotte worden de ballonnen doorgeprikt, zoals vroeger de zijdecoconnen werden opengeknaagd door de rupsen. De teksten verdwijnen in de tuin onder de grond. Ze worden deel van de eeuwige kringloop. En het huis aan de Maliebaan? Dat ziet het allemaal zwijgend aan en oordeelt niet. Het heeft wel gekkere dingen meegemaakt.’

Ballonnen en zijdecoconnen, Inge van den Blink, AD/UN, 11 november 2006

 

‘”Anna van Suchtelen’s installation piece ‘January 1, 1939, 4 a.m. – a weather report’ gives a sensation of time and history,” Sarah Spurgeon gallery manager Heather Horn said. “Of what happened so many years ago and at the same time events in your own life.”’

Dutch artist Anna van Suchtelen shows her work, Tim Vermeulen, The CWU Observer, 6 maart 2006

 

‘Anna van Suchtelen hing in een wilg, die met zijn treurende takken ver over het water reikt, flesjes met daarin de woorden van een gedicht. Ze liggen ook in het water. De kunstenares schudt als het ware verhalen uit de boom en het water.’

Woorden van water langs de grachten, Thea Figee, Utrechts Nieuwsblad, 16 juni 2005

 

‘Opgebouwd uit dunne doeken en plexiglas – waarvan proefstukjes aan het plafond van haar werkkamer hangen – worden haar installaties steeds minder tastbaar, steeds meer ongrijpbaar. De beelden en teksten die ze erop drukt, zijn slechts sporen van de originele platen, slechts een afdruk van wat oorspronkelijk was. Ook de teksten lijken steeds meer uiteen te vallen, tot er losse woorden of abstracte begrippen overblijven. (…) “Het is eigenlijk krankzinnig dat je alles met zesentwintig letters doet, al die talen, maar ook elke dichter of schrijver” meent Anna.’

Ontmoetingen met de bewoners: Anna van Suchtelen Tongentaal, Rebecca Nelemans, uit: TONG II 2004, uitgave Museum Tongerlohuys, 2004

 

‘De Belgische Anna van Suchtelen doet de meest manhaftige poging om de muren tussen het historische erfgoed en de moderne kunst te slechten. Haar ingrepen zijn poëtisch. In een installatie vol hosti’s en tongen benadrukt ze vooral het religieuze verleden van het Tongerlohuys waar ooit de Norbertijnen huisden.’

Concepten die lachend op elkaar botsen, Gerrit van den Hoven, Brabants Dagblad, 2 november 2004

 

‘Anna van Suchtelen heeft veel subtiel oog gehad voor het verband tussen het museum en zijn tijdelijke gasten. Ter gelegenheid van de eerste soortgelijke manifestatie in 2001 werd de naam Tong bedacht die in geschreven neonletters de oude voorgevel siert. Wat als verkorting van de museumnaam was bedoeld, is door Van Suchtelen verdubbeld tot het lichaamsdeel dat onze spraak mogelijk maakt. De taal die daarvan het gevolg is, heeft ze als woord uitgespaard in het grijs gemaakte glas van de achterdeur. Door middel van kunstlicht wordt het woord Taal geprojecteerd op de stam van een grote boom. In zekere zin is dit een tentoonstelling die spreekt, in een taal die zich beweegt tussen atelier en museum, tussen begin en eind.’

Tussen kunst en huiskamer, Frits de Coninck, BN De Stem, 17 december 2004

 

‘Een ander voyeuristisch werk is van Anna van Suchtelen, die in de tuin van Daatselaar een aantal gekleurde doeken aan de bomen heeft bevestigd met de tekst ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet’. De tuin komt uit op plantsoen Noord, waar continu jongeren en verslaafden rondhangen. Ruzies, knetterende brommers, rondslingerende pornoblaadjes: de bomen zien het allemaal, dag en nacht.’

Gluren in de tuin van de buren, Karen Duking, Lucasx #3-2003

 

‘Zoveel schoonheid er in deze tuin te bewonderen valt, zoveel rottigheid speelt zich met junks en hangjongeren achter de muren van dit oord af. Anna van Suchtelen speelt erop in door acht bomen met kleurige doeken te omwikkelen. Elke boom draagt daarop een woord uit de zin ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’. Een tuin met zoveel natuur geeft rust, maar tegelijkertijd ook onrust, want het is er dankzij de wildgroei ook onveilig.’

Voor natuurfreak én kunstliefhebber, Thea Figee, Utrechts Nieuwsblad, 28 juni 2003

 

‘Dit 31ste seizoen [van kunstmanifestatie Open Stal] bezit een verrassende allure. De plekken verliezen het alledaagse. Of, zoals dichteres en kunstenares Anna van Suchtelen (New York, 1961) het formuleert: “Het bladerdak fluistert bekoring.” Haar installatie Poort, symbolisch geplaatst rondom de oude Nederlands-Hervormde kerk, vermengt theater met poëzie, beeldende kunst met religie. Zowel binnen als buiten staat haar tekst te lezen: “Ik hoor van goed. Ik proef van kwaad.” Binnen, aan de stoere romaanse dakspanten, hangen tientallen draperieën waarop een rennend meisje is afgebeeld. Het bijbehorende gedicht spreekt over verlies van onschuld, verlangen naar zuiverheid maar ook de ‘bekoring’ van het kwaad. De argeloze bezoeker die over het stenen kerkpad loopt, langs de graven gaat, kan opeens schrikken van dat verleidelijke woord in de entourage van een godshuis.’

Rauwe werkelijkheid tussen boerenschuren, Kester Freriks, NRC Handelsblad, 27 juli 2002